3/ CD "Ludo Geloen, concertorganist op 3 Ieperse orgels" :

Als jonge Orgelkring ‘Organum Yprense’ vzw zijn wij zeer fier en verheugd om reeds in ons derde concertseizoen een eerste CD aan u te kunnen voorstellen. Wij hebben gekozen om drie verschillende orgels uit het Iepers patrimonium tot klinken te brengen. Organist Ludo Geloen bespeelt de orgels van de St.-Maarten-St.-Niklaaskathedraal, de St.-Pieterskerk en de O.-L.-V.-Middelareskerk. Wij wensen u veel luistergenot toe met dit gevarieerd programma. De vertolkte werken liggen de organist nauw aan het hart, als mijlpaal in zijn opleiding of om een persoonlijke of sentimentele reden.
Deze Cd kunt u aanschaffen door 15 euro over te schrijven op rekeningnummer van de vzw : 853-8548841-69. (portkosten 2.50 euro niet inbegrepen).

Commentaar
Het koororgel (Loncke, 1991 met 8 registers op 1 manuaal en aangehangen pedaal) is geschikt voor kleine orgelwerken. De Voluntary van Stanley ( een Engelse blinde organist) bestaat uit twee delen : een langzaam, meditatief begin dat gevolgd wordt door een sneller deel. In dit Allegro komen het kwint- en het tertsregister op het gesplitst klavier als solo’s aan bod. De Variaties van Wenck (er is over hem zeer weinig gekend) op het Weense volkslied ‘Ach, Du lieber Augustin’ zijn een mooie aanleiding om de verschillende registers van dit kleine orgel één voor één voor te stellen : gedekt 8, roerfluit 4, oktaaf 2, schuifflet 1 en het plenum van prestanten en mixtuur 3r.
De Toccata van Pachelbel (een directe voorloper van J.S. Bach) is een prachtige miniatuur gecomponeerd op enkele lange pedaalnoten.

Het orgel van de St.-Pieterskerk (Loncke, 1979 en verbouwd door Gabriël Loncke en Bert Devylder, 2 manualen en pedaal met 20 registers) staat in een Werckmeister III-stemming en is zeer geschikt voor Bachliteratuur. Uit het derde Klavierboek van deze grote meester werd het Koraalvoorspel op ‘Allein Gott’ gekozen voor zijn prachtige melodische lijnen in een sprankelend contrapunt. Hierin komen de scherpe registers van het orgel naar voren.
In het ‘Nun komm den heiden Heiland’ treed de hobo van het eerste klavier als solo op terwijl in de Fantasia op ‘Komm Heiliger Geist’ een sterk plenum met tongwerken Bach alle eer aandoen.

Het Anneessens-orgel (1931) van de kathedraal kent 43 spelen op 3 manualen met pneumatische traktuur. Het siert het Noordportaal met zijn majestueus front. Mendelssohn introduceerde de sonatevorm in de orgelliteratuur. In deze Zesde Sonate op het ‘Vater unser’ combineert hij echter de variatievorm en een fuga met een zoetgevooisde adagio- finale. Franck gebruikt een ietwat identieke opbouw in zijn Fantaisie in C. Zonder te sentimenteel te doen vlecht hij hier de ene melodie na de andere op de zachte tongwerken Hautbois en Voix humaine van dit Frans-romantisch orgel. Dit instrument heeft mij als organist steeds aangesproken door zijn grote verscheidenheid aan klankkleuren. Dit palet vervloeit ook zeer goed in de grote akoestiek van de kathedraal. De opnameperiode viel in de Pinkstertijd zodat de gregoriaanse hymne ‘Veni Creator’ een vanzelfsprekend thema was voor een improvisatie. Als slot van deze opname springt de Toccata van Théodore Dubois (Parijse organist) de orgelpijpen uit.